Wijzigingen werkwijze toegang tot jeugdhulp

Op deze pagina staan de belangrijkste wijzigingen voor de toegang tot jeugdhulp vanaf 2022.

Voor 2022 kocht de Jeugdhulpregio Noord Veluwe gezamenlijk jeugdhulp in. Bij deze inkoop stelden zij het doel ‘goede jeugdhulp binnen budget’ centraal. Om dat te bereiken voerde de regio een aantal aanvullende of nieuwe eisen in, bracht het aantal zorgproducten en zorgaanbieders terug waarbij de kwaliteit van zorg centraal stond.
Bij de voorbereiding op de inkoop werd de toegang tot jeugdhulp betrokken. Ook de zorgaanbieders kregen op verschillende momenten inspraak in de procedure en resultaten. Op 1 april 2022 starten we met de aangepaste werkwijze.

Rol toegang bij toewijzing jeugdhulp

De afgelopen jaren werkten we aan de rol en positie van de lokale toegang. De lokale toegang heeft zicht op het totale veld van voorliggende voorzieningen tot aanbieders en specifiek aanbod én de beschikbaarheid daarvan.

Vanaf 1 april 2022 versterken we de rol van de lokale toegang:

  • De (lokale) toegang stelt, samen met de jeugdige, opvoeders en het netwerk, vast welke zorg nodig is en wijst de zorg toe op basis van het nieuwe productenboek. De huisarts of gecertificeerde instelling (GI) betrekt de lokale toegang waar mogelijk bij de vaststelling.
  • De lokale toegang krijgt een rol bij het evalueren van de jeugdhulp:
    • Bij de meervoudige en complexe zorgvragen is de lokale toegang altijd betrokken bij de evaluatie en het besluit of en zo ja welke vorm van vervolghulp er nodig is.
    • Bij de enkelvoudige zorg die langer dan 6 maanden duurt (met uitzondering van EED) is de lokale toegang vanaf 2023 betrokken bij de evaluatie en het bepalen van de vervolgzorg.

Verklarende analyse als basis

We vragen van alle verwijzers dat zij de hulpvraag in kaart brengen. Regionaal sturen we op het gebruik maken van een ‘verklarende analyse’ waarbij niet alleen naar het gedrag nu kijken. Ook nemen we mee wat er met de jeugdige en opvoeders gebeurde, waarom de vraag nu aan de orde én een probleem is, wat helpend is in de huidige situatie en wat niet. Op basis daarvan stelt de verwijzer met de jeugdige en opvoeders vast wat passende zorg is. In de inkoopstukken verwijzen we naar de ‘verklarende analyse’ als basis voor het hulpplan voor jeugdige en opvoeders.

Vervolgens bedenkt de toegang samen met ouders en jeugdige aan welke doelen zij willen werken. De professional kan aan de hand van dit plan met opvoeders en jeugdige bepalen welke interventies ingezet kunnen worden om het probleem hanteerbaar te maken, te verminderen, verhelpen of voorkomen.

Er zijn verschillende vormen/modellen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Zoals een holistische theorie, 7- factoren model of Verklarende Analyse.

De vraag van de jeugdige en opvoeder is leidend

De toegang kijkt op basis van de verklarende analyse wat de jeugdige en opvoeders nodig hebben. Dat is het vertrekpunt voor het afgeven van een beschikking of verleningsbesluit. Daarbij gebruikt de toegang het productenboek en maakt maatwerkafspraken als dat nodig is. Het nieuwe productenboek stelden we in nauwe samenwerking met de toegang en de aanbieders op. De producten zijn zo geformuleerd dat ze in veel gevallen aansluiten bij de vraag. Voor de duur en omvang van de zorg stelden we een maximum vast. Het doel is dat we tussentijds meer de vinger aan de pols houden en doen wat echt werkt dus ook bijstellen als dat nodig is.

Hulp vanuit de lokale toegang of het voorliggend veld

Ook vanaf 2022 sturen we op de inzet van hulp of ondersteuning vanuit het voorliggend veld of de lokale toegang waar dat passend is. Per gemeente verschilt wat de lokale toegang zelf biedt aan ondersteuning of hulp. De komende jaren voeren we met elkaar het gesprek over uitbreiding van dit aanbod bij een aantal gemeenten. We vragen ook om signalen bij de regio of gemeente af te geven als er aanbod ontbreekt of onvoldoende beschikbaar is.

Signalerende functie

De toegang, met name de lokale toegang, heeft voor de regiogemeenten een belangrijke signalerende functie. Dat geldt voor de doorlooptijden bij de eigen organisatie; kunnen hulpvragen tijdig opgepakt worden en gaan beschikkingen of verleningsbesluiten zonder vertraging door? Is er sprake van wachttijden voor een bepaald aanbod die voor problemen zorgt? Deze signalen kunnen via het management naar de gemeente.

Familiegroepsplan, Perspectiefplan of Toekomstplan

Na het in kaart brengen van wat er nodig is zodat we echt doen wat nodig is stelt de hulpverlener met de jeugdige en opvoeders een plan op. Dat kan een familiegroepsplan, Perspectiefplan of Toekomstplan zijn. In de segmenten geven we bij de zorgproducten aan wat de vorm is die past. Dat plan gaat over de periode dat er jeugdhulp nodig is. Daar staan in aan welke doelen de zorgaanbieders werkt, wanneer dit doel bereikt is en wat er daarna nodig is. Het gaat niet alleen over de korte termijn maar ook over welke jeugdhulp op de lange termijn nodig is. Dat plan toetst de hulpverlener met de jeugdige en opvoeders tussentijds. Als lichtere of zwaardere zorg beter past blijkt dat tijdens de evaluatie. Met de lokale toegang volgt dan overleg over een nieuwe passende indicatie. In principe zijn de plannen vormvrij, er zijn verschillende modellen beschikbaar:

Gegevensuitwisseling en privacy

Uitgangspunt bij gegevensuitwisseling is dat de jeugdige en opvoeders de regie hebben. Met hun toestemming is uitwisseling van gegevens altijd mogelijk. Die toestemming moet de toegang dus wel vragen en vastleggen. Meer informatie over de afspraken die we in de regio maakten is te lezen op de website van CJG Putten.
Bij gegevensuitwisseling is niet alleen de AVG leidend. Onze regio volgt hierin de richtlijnen die vanuit het ministerie van VWS (Toezicht sociaal domein). Informatie hierover is te vinden op www.kiezen-en-delen.nl.

Met name waar sprake is van vragen rondom veiligheid zijn duidelijke afspraken nodig:

  • Check is er een grondslag: om informatie te delen?
  • Check: Wat is je doel met het delen van informatie?
  • Check proportionaliteit: staat het doorbreken van privacy/delen van informatie in verhouding tot het doel?
  • Check subsidiariteit: kan het doel op een andere manier worden bereikt dan informatie delen? Bijvoorbeeld anoniem (zodat er geen persoonsgegevens worden gedeeld)?

Als je informatie gaat delen:

  • Informeer: de cliënt dat je gaat delen, ook al geeft deze geen toestemming
  • Motiveer: voor jezelf en degene met wie je informatie deelt: Waarom deel je informatie, welke informatie? Wat ga je ermee doen?
  • Documenteer: leg je afweging vast.

De regio gebruikt een digitaal dossier voor de jeugdigen en gezinnen die jeugdhulp ontvangen. In principe beheren jeugdigen en opvoeders dit dossier zelf en bepalen wie toegang heeft. Als het nodig is ondersteunen professionals daarbij. Het digitale dossier is ook de plek voor het vastleggen van afspraken en plannen.

Actieve regie op jeugdigen en opvoeders met complexe zorg en in verblijf

Hiervoor startten de regiogemeenten een project. Elke gemeente geeft daar op een eigen wijze uitvoering aan. In sommige gemeenten is er periodiek een overleg tussen beleid en de lokale toegang waarbij deze jeugdigen besproken worden. Het voordeel daarvan is dat er tijdig gekeken kan worden of er alternatieve vormen van ondersteuning of hulp ingezet kunnen worden.

Tijdens de inkoop spraken we af dat de lokale toegang ook de regie voert op jeugdigen en opvoeders waarbij sprake is van complexe problemen. Daaronder verstaan we problemen op meer dan twee leefgebieden en waarbij specialistische hulp nodig is die door meer dan twee aanbieders verzorgd wordt. De lokale toegang monitort deze jeugdigen en opvoeders actief en periodiek en stuurt als dat nodig is op de inzet van passende hulp.